De BIM Basis ILS voor samenwerking in de bouw - ICN Solutions

De BIM Basis ILS voor samenwerking in de bouw

Het aantal partijen in de bouw dat BIMt en zich aansluit bij het initiatief om een basis informatieleveringsspecificatie (ILS) te hanteren, groeit. Inmiddels zijn er al meer dan 450 bedrijven aangesloten bij het werken met open standaarden en de BIM basis ILS. Toepassing van de BIM Basis ILS zorgt namelijk voor een betere samenwerking in de bouw. Voor iedereen die nog niet werkt volgens de BIM Basis ILS leggen we graag uit wat het is en welke voordelen het met zich meebrengt.

Wat is de BIM Basis ILS?

De BIM basis InformatieLeveringsSpecificatie (ILS) is de meest gebruikte BIM-standaard in Nederland. Het doel van de BIM Basis ILS is dat de samenwerkingen tussen verschillende partijen binnen een bouwproject soepeler verlopen doordat informatie beter wordt uitgewisseld. Daarnaast structureert het de informatie op een eenduidige, correcte, volledige en herbruikbare manier. In de Basis ILS is op vier gebieden vastgelegd hoe de verschillende partijen hun informatie moeten uitwisselen.

1. Waarom informatie uitwisselen?

informatie uitwisselenIedere betrokken partij bij een bouwproject gebruikt zijn eigen softwarepakket. Deze verschillende softwarepakketten moeten de bestandsformaten en informatie wel met elkaar uit kunnen wisselen. De BIM Basis ILS is een set afspraken waarmee u samen vastlegt waar het gehele BIM aan moet voldoen. Hierdoor spreken alle betrokkenen de zelfde taal en kunnen zij informatie efficiënter en effectiever (her)gebruiken.

2. Hoe wisselen we informatie uit via de BIM Basis ILS?

informatie uitwisselenVanuit de BIM Basis ILS werken alle betrokkenen met één gemeenschappelijk bestandsformaat. Dit is de opendata-standaard IFC (Industry Foundation Classes). Het voordeel van IFC is dat deze software onafhankelijk is. Het maakt dus niet uit welke software de betrokken partijen gebruiken. Een ander voordeel is dat  de gedeelde informatie in de modellen ook op langere termijn beschikbaar blijft.

3. Wat spreken we af over het eenduidig uitwisselen van informatie?

Daarna moet vastgelegd worden aan welke voorwaarden elk aspectmodel minimaal moet voldoen. Het is mogelijk dat elke discipline meerdere aspectmodellen heeft binnen een project. De vast te leggen voorwaarden hebben betrekking op:

BestandsnaamBestandsnaam
De afspraken over de bestandsnaam helpen vooral de gebruiker van de aspectmodellen. Consistente naamgeving zorgt voor duidelijkheid. De bestandsnaam is altijd direct te herleiden tot de inhoud van het bestand. De meest eenvoudige formulering om hierbij te hanteren is: <projectnaam>_<discipline>_<onderdeel>.ifc.

Lokale positie en oriëntatieLokale positie en oriëntatie
Omdat er meerdere aspectmodellen zijn, is het nodig om de positie van de verschillende aspectmodellen ten opzichte van het nulpunt te coördineren. Het nulpunt wordt aan het begin van het proces goed vastgelegd, zodat deze tijdens de hele levenscyclus te gebruiken is; het nulpunt vormt het uitgangspunt van een coördinatiemodel.

Bouwlaagindeling en -naamgevingBouwlaagindeling en -naamgeving
Creëer uniformiteit in de bouwlagen van de aspectmodellen, zodat deze samen met hun IFC-extracten eenduidig op een project te gebruiken zijn. Uitgangspunt bij consistente naamgeving is dat aspectmodellen numeriek te sorteren zijn, aangevuld met een tekstuele omschrijving.

Correct gebruik van entiteitenCorrect gebruik van entiteiten
Bij IFC hoor ook het gebruik van het IFC-schema. Hierbij zijn entiteiten (Entity) en types (TypeEnumeration) belangrijke elementen. Door entiteiten weet de gebruikt software wat voor soort object iets is. Het bepaalt ook de standaardset eigenschappen die in IFC zijn gedefinieerd. Types past u toe wanneer u verder onderscheid wilt maken binnen een bepaalde entiteit.

Structuur en naamgevingStructuur en naamgeving
Het is belangrijk dat de manier waarop de naamgeving wordt bepaald helder is. Is de inhoud van een object herleidbaar in de naamgeving, dan creëert u eenduidigheid in een project. Het maakt de elementstructuur tijdens de hele cyclus bovendien duidelijk en inzichtelijk.

ClassificatiesystemathiekClassificatiesystemathiek
Door objecten te classificeren kunt u eenvoudig en snel filteren, communiceren en interpreteren. Ook kan er een link gemaakt worden met andere systemen. Voorzie objecten altijd van een viercijferige NL-SfB code volgens de laatst gepubliceerde versie.

Gebruik propertysetsGebruik propertysets
Gebruik voor het uitwisselen van eigenschappen wanneer mogelijk de PropertySets die buildingSMART voorschrijft in de internationale standaard. IFC voorziet in voorgedefinieerde eigenschappen in eigenschappensets die bij specifieke entiteiten horen: de Common PropertySets.

Doubloures en doorsnijdingenDoubloures en doorsnijdingen
Doublures en doorsnijdingen zijn belangrijke onderwerpen om zekerheid te krijgen over de waarde van bijvoorbeeld hoeveelheden. Doublures zijn nooit toegestaan, aangezien daardoor andere analyses als hoeveelhedenextractie en planningssimulaties niet meer kloppen. Ook doorsnijdingen zijn in principe niet toegestaan als die van invloed zijn op de afstemming met andere aspectmodellen of de maakbaarheid in de praktijk.

4. Welke informatie is minimaal nodig in 1 van de aspectmodellen?

Het laatste deel gaat over het borgen van objectinformatie. Hoe zorgt u ervoor dat de propertysets van een model goed zijn opgebouwd? Maak daarom afspraken over welke informatie door wie wordt aangeleverd en wanneer. De onderstaande onderdelen zijn niet voor iedereen relevant om in het eigen aspectmodel in te vullen, maar de informatie moet in principe wel aanwezig zijn in op zijn minst één van de aspectmodellen.

RuimtenRuimten
Ruimten zijn volumes en ook oppervlakken, omsloten door werkelijke of theoretische grenzen, met een functie in een bouwwerk. Maak van van ruimten een IfcSpace en benoem ook de functie. Door ruimten te groeperen in zones kunnen filters gemaakt worden. Gebruik voor maken van zones IfcZone.

Installatietechnische systemenInstallatietechnische systemen
Deze afspraak is bedoeld om de onderlinge relatie tussen installatietechnische objecten inzichtelijk te krijgen binnen het BIM, beredeneerd vanuit installatietechnische systemen (wat in IFC onder IfcSystem valt). Groepeer installatietechnische objecten die tot hetzelfde systeem behoren wanneer van toepassing in een IfcSystem.

Dragend of niet dragendDragend of niet dragend
Als projectteam wilt u kunnen filteren welke onderdelen bijdragen aan de standzekerheid van een bouwwerk. De eigenschap LoadBearing (dragen=TRUE / niet-dragend=FALSE) geeft u alleen mee aan de primaire en secundaire constructieve onderdelen.

In- of uitwendigIn- of uitwendig
De eigenschap IsExternal wordt gemarkeerd als TRUE (buiten/uitwendig) of FALSE (binnen/inwendig) om een grove begrenzing te maken in de modellen. Denk aan de mogelijkheid om de thermische schil te scheiden van het casco voor bijvoorbeeld planning (wind-, en waterdicht) en bouwfysische berekeningen.

BrandveiligheidBrandveiligheid
De eigenschap FireRating geeft invulling aan de waarde van weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO). Alle betrokken partijen moeten inzicht krijgen in de brandscheidingen tussen verschillende (sub)brandcompartimenten. Het verwerken van de juiste waarde van de eigenschap FireRating is daarom noodzakelijk.

BouwfysicaBouwfysica
Het verwerken van het bouwfysisch advies in de aspectmodellen zorgt ervoor dat de informatie beter vindbaar en daardoor bruikbaarder wordt voor de rest van de keten.

MateriaalMateriaal
Ieder object heeft een eigenschapsrelatie met een materiaal. Als u weet van welk materiaal een object is gemaakt, dan kunt u controleren of het voldoet aan de gestelde (esthetisch, fysische en onderhouds-) eisen. Het kunnen identificeren van materiaal is ook belangrijk voor onder andere visualisatie, het materialenpaspoort en inkoop.

ProjectspecifiekProjectspecifiek
De BIM basis ILS alleen is niet voldoende om alle projectdoelstellingen te behalen. Leg daarom voor een optimale samenwerking en het beste resultaat met het projectteam vast welke informatie nodig is voor de beoogde BIM-toepassingen en projectdoelstellingen.

Wilt u bovenstaande punten als handige checklist hebben? Download dan de BIM Basis ILS.

BIM Basis ILS en Autodesk Revit

Om met BIM aan de slag te kunnen heeft u uiteraard ook de juiste software nodig. Benieuwd welke software wij vanuit ICN Solutions aanbevelen? Lees dan: De BIM Basis ILS en Autodesk Revit. We hebben ook een webinar on-demand voor u klaar liggen waarin we uitleggen hoe u de BIM Basis ILS op een juiste manier toepast in Revit.

Automatische ILS check: Moeiteloos BIM-modellen controleren

Wanneer u met de BIM Basis ILS werkt, dienen alle 3D-modellen op de ILS standaard gecontroleerd te worden. Dit kan nog wel eens tijd in beslag nemen en extra kosten met zich meebrengen. Met 3B View, het nieuwe platform van 3B Tools, kunt u eenvoudig uw BIM-modellen controleren op de BIM Basis ILS standaard. U uploadt het model op het platform en voert met één druk op de knop een ILS check uit. De resultaten van deze check kunt u vervolgens direct in Revit openen en zo ziet u gemakkelijk welke elementen van het model wel of niet voldoen aan de ILS. Deze kunt u dan meteen aanpassen en verbeteren.

Wilt u meer weten over deze automatische ILS check en het platform van 3B View? Neem dan een kijkje op de website van 3B Tools of neem contact met ons op.

Meld u aan voor onze e-mails